Het aantal huishoudens dat zich zorgen maakt om zijn
financiële situatie is groot. Steeds meer gezinnen moeten gebruik maken van de
schuldhulpverlening. Bijna 1 miljoen Nederlanders lopen een verhoogd risico om
in financiële problemen te komen. Om dat risico te verkleinen moet de
financiële zelfredzaamheid van burgers worden vergroot en moet verantwoord
financieel gedrag worden gestimuleerd.
In de maatschappelijke discussie wordt veel heil verwacht
van financiële educatie. De wetenschap is echter kritisch over de te verwachten
effecten hiervan. Verder wordt een soepeler opstelling verlangd van banken,
zoals bij het financieren of kwijtschelden van (rest)schulden en borgt
wetgeving dat consumenten geen te hoge hypotheekschulden aangaan. Maar
blijkbaar is onze samenleving niet in staat om te voorkomen dat veel gezinnen
in financiële problemen komen. Schuldsanering is nog nooit zo ‘populair’
geweest. De schade hiervan loopt in de vele miljoenen en wordt afgewenteld op
ons allen. Veel problemen kunnen worden
voorkomen als consumenten zich goed zouden laten adviseren. In wetenschappelijk
onderzoek wordt het positieve effect van financieel advies aangetoond. De rol van een financieel adviseur is het
faciliteren van een situatie waarin een consument zelf weloverwegen keuzes
maakt zodanig dat zijn financiële positie in balans is, zowel op de korte als
de lange termijn.
Nu telt Nederland bijna 7500 zelfstandige financieel
advieskantoren, waarvan de meeste ook als onafhankelijk zijn te typeren. De
meeste huishoudens maken gebruik van de diensten van een financieel adviseur
voor het sluiten van verzekeringen, beleggingsproducten of hypotheken. Circa
60% van alle huizenbezitters vragen advies aan onafhankelijke adviseurs. De
meeste advieskantoren hebben een sterke lokale binding en kennen hun klanten
persoonlijk. Toch wordt in alle debatten over de schuldproblematiek, voorkomen
van restschulden, financiële educatie etc.. nauwelijks gesproken over de rol
van de lokale financieel adviseur. Nu hebben deze adviseurs in het verleden
steken laten vallen. Het is niet voor niets dat deze beroepsgroep zwaar
gereguleerd wordt, van een vergunningenstelsel, provisieverbod tot een
diplomaverplichting. Maar die maatregelen lijken nu effect te hebben. Zo
constateert de AFM dat de kwaliteit van advisering stijgende is en de consument
beter af is. De echt rotte appels zijn uit de markt verdwenen. Tijd dus om de
financieel adviseur te betrekken in het debat rond het voorkomen van financiële
problemen.
Daartoe moet de toegang tot financieel advies laagdrempelig
zijn, moet de kwaliteit en deskundigheid van financieel adviseurs gewaarborgd
zijn en zou de overheid het gebruik van financieel advies kunnen stimuleren.
Bijvoorbeeld door financieel advies fiscaal aftrekbaar te maken. En is het
belangrijk dat er meer transparantie komt over de mate van onafhankelijkheid
van financieel adviseurs. In de wetenschap wordt een positief verband gezien
tussen onafhankelijkheid en kwaliteit van advies. Maar dan moet de consument
ook weten in hoeverre zijn financieel adviseur echt onafhankelijk is.
Financieel adviseurs kunnen hun rol in het publieke debat
opeisen door concreet invulling te geven aan hun maatschappelijke missie. Wees
transparant over onafhankelijkheid, help consumenten met hun huishoudboekje en
maak je dienstverlening beter bereikbaar. Gemeenten, schuldhulpverleners en
andere hulpinstanties zouden de samenwerking met lokale adviseurs moeten
opzoeken. Een schuld saneren is een deel van de oplossing. Om te voorkomen dat
zich in de toekomst dezelfde problemen voordoen, zouden financieel kwetsbare
consumenten een vaste financieel adviseur moeten toegewezen krijgen. Die
adviseur fungeert dan als hun financiële beschermengel. Interessant om dit
model eens van subsidie te voorzien? Samenwerking tussen de publieke sector en
de private financieel adviseurs bij het oplossen en vooral voorkomen van
schuldproblemen biedt betere perspectieven dan educatie.
Terecht maken financieel adviseurs zich zorgen over de
betalingsbereidheid voor advies sinds de invoering van het provisieverbod. Toch
zijn klanten best bereid te betalen voor advies als zij de toegevoegde waarde
ervaren. En ook de overheid zal bereid
zijn te kijken wat zij kan bijdragen als er concrete ideeën liggen. Dat gebeurt
alleen als financieel adviseurs bereid zijn om de discussie over hun eigen
maatschappelijke rol te voeren zonder rekenschap te houden met de
betaalbaarheid ervan. Ik merk in de praktijk dat veel discussies al snel worden
gesmoord doordat direct de vraag wordt gesteld of er een verdienmodel van kan
worden gemaakt. De hier geschetste maatschappelijke problematiek vraagt om een
bredere benadering om te komen tot goede oplossingen. Pas daarna moet het debat
over de financiering ervan worden gevoerd. Het optimaal benutten van de kracht
en toegankelijkheid van financieel advies kan veel financiële problemen
voorkomen. Dat is een verantwoordelijkheid die financieel adviseurs zelf moeten
oppakken, maar het is net zo belangrijk dat de rol van financieel advies
eindelijk eens onderdeel wordt van het publieke debat over het voorkomen van
financiële problemen.
Dr. Fred de Jong is zelfstandig onderzoeker/consultant,
gespecialiseerd in markt voor financieel adviseurs, tevens verbonden aan het
Amsterdam Centre for Insurance Studies.